Bichenowastrilde
Stizoptera bichenovii
Bichenowastrildes zijn op het oog niet of nauwelijks uit elkaar te houden. Nauwkeurige observatie kan wel duidelijkheid geven, want het mannetje zingt, al is het wel heel zachtjes.
Het zijn in mijn volière altijd zeer sociale vogels, ook in de broedtijd. Ten opzichte van mijn andere volièrebewoners zijn het vogels die onderling erg veel contact houden. Als de vogels uit elkaar worden gehaald, worden ze erg onrustig en gaan ze elkaar roepen. Dit roepen doen ze zelfs al als de één in het nachthok zit, terwijl de ander buiten zit. Ook twee vogels van hetzelfde geslacht zoeken onophoudelijk elkaars nabijheid. Vaak kan je bichenowastrildes met elkaar (twee, drie, vier vogels) op een tak of in een nest zien zitten. Alleen als er meerdere mannetjes bij elkaar in één volière zitten met één of meer poppen erbij, is de kans vrij groot dat de mannen het met elkaar aan de stok krijgen.
Bichenowastrildes zijn geharde vogels, die zich in mijn volière alleen tijdens nachten met strenge vorst binnen laten zien. Halverwege de zomer van 2009 had ik voor het eerst een nest met drie jonge bichenowastrildes, maar de bijzonder wisselvallige zomer gooide roet in het eten. Na een bijzonder koude en natte nacht waren alle nesten in de volière doorweekt. Van alle nestjongen in de volière overleefde alleen een zebravinkje deze nacht, waarschijnlijk omdat hij als enige al een voldoende dik verenkleed had om de kou aan te kunnen. Alle andere jongen, waaronder de drie bichenowastrildes, hadden nog nauwlijks veren en stierven van kou en vocht.
Een tweede nest volgde in het najaar, dat gelukkig een stuk milder en gelijkmatiger weer kende. Van de vijf eieren kwamen er drie uit. Vermoedelijk de eerste twee en de laatste, want tussen de geboorte van het tweede en het derde jong zat drie dagen. Dat verschil was ook duidelijk zichtbaar, en na een week was het derde jong dood. De twee overgebleven jongen groeiden voorspoedig op, en overleefden de toch behoorlijk koude winter van 2009-2010 probleemloos, zonder ook maar naar het nachthok om te kijken!
Het zijn in mijn volière altijd zeer sociale vogels, ook in de broedtijd. Ten opzichte van mijn andere volièrebewoners zijn het vogels die onderling erg veel contact houden. Als de vogels uit elkaar worden gehaald, worden ze erg onrustig en gaan ze elkaar roepen. Dit roepen doen ze zelfs al als de één in het nachthok zit, terwijl de ander buiten zit. Ook twee vogels van hetzelfde geslacht zoeken onophoudelijk elkaars nabijheid. Vaak kan je bichenowastrildes met elkaar (twee, drie, vier vogels) op een tak of in een nest zien zitten. Alleen als er meerdere mannetjes bij elkaar in één volière zitten met één of meer poppen erbij, is de kans vrij groot dat de mannen het met elkaar aan de stok krijgen.
Bichenowastrildes zijn geharde vogels, die zich in mijn volière alleen tijdens nachten met strenge vorst binnen laten zien. Halverwege de zomer van 2009 had ik voor het eerst een nest met drie jonge bichenowastrildes, maar de bijzonder wisselvallige zomer gooide roet in het eten. Na een bijzonder koude en natte nacht waren alle nesten in de volière doorweekt. Van alle nestjongen in de volière overleefde alleen een zebravinkje deze nacht, waarschijnlijk omdat hij als enige al een voldoende dik verenkleed had om de kou aan te kunnen. Alle andere jongen, waaronder de drie bichenowastrildes, hadden nog nauwlijks veren en stierven van kou en vocht.
Een tweede nest volgde in het najaar, dat gelukkig een stuk milder en gelijkmatiger weer kende. Van de vijf eieren kwamen er drie uit. Vermoedelijk de eerste twee en de laatste, want tussen de geboorte van het tweede en het derde jong zat drie dagen. Dat verschil was ook duidelijk zichtbaar, en na een week was het derde jong dood. De twee overgebleven jongen groeiden voorspoedig op, en overleefden de toch behoorlijk koude winter van 2009-2010 probleemloos, zonder ook maar naar het nachthok om te kijken!