De huidige volière
De huidige volière is alweer de vierde in tien jaar vogels houden. De eerste (bouwjaar 2003) stond in Aalsmeer bij de stacaravan waar ik destijds woonde. Hij is ontworpen en gebouwd door mij, met zeer veel hulp van mijn vader.
Toen ik daar na twee jaar wegging en ik in Alphen aan den Rijn ging wonen op één hoog, zonder tuin, werd het vogelbestand drastisch ingekrompen en kwam er in de nieuwe woning een door mij ontworpen, en door mijn vader gebouwde mobiele volière in de woonkamer. Deze prachtige volière was 1,2 meter breed, 2 meter lang en 2 meter hoog. Er vlogen diverse tropen in rond en op de grond liepen drie kwartels. Van broeden was echter geen sprake, zelfs niet bij de Japanse meeuwen.
In 2007 volgde opnieuw een verhuizing, en dat bleek een verademing voor de vogels! Zodra ze weer buiten waren werd er aan één stuk door gebroed, en 2007 is qua broedresultaat nog altijd met grote voorsprong het beste broedjaar tot nu toe.
Na de derde verhuizing (2011), wat mij betreft ook de laatste voor een héél lange tijd, werd de huidige volière gebouwd. De eerste drie volières waren van hout, maar bij de laatste heb ik gekozen voor aluminium vanwege de duurzaamheid. Ook heb ik er een dubbele volière van gemaakt. Al bij mijn eerste volière ontstond de wens om ooit naast tropen ook vruchten- en insecteneters te gaan houden. Bij de bouw van de vierde volière had ik de mogelijkheid om dat te realiseren. Het linkerdeel van de volière is een rechthoek van ongeveer 1.75 meter bij 2,75 meter. Hier wonen de grotere insecteneters: sinds november 2012 zijn dat twee grijskaplijsters, twee mandarijnspreeuwen en twee driekleurglansspreeuwen. Op de grond wandelt een koppeltje Harlekijnkwartels. Omdat in de spreeuwen de neiging blijken te hebben om er met elkaar vandoor te gaan, en de soortgenoot zelfs op te jagen, heb ik in juni 2013 in de linkervolière een tussenschot geplaatst waardoor er een soort inpandige volière is ontstaan. Hierin zitten nu de driekleurglansspreeuwen. De grijskaplijsters, de mandarijnspreeuwen en de harlekijnkwartels delen de oorspronkelijke ruimte.
In de rechtervolière, een L-vormige volière van ongeveer 6 m2, zitten de kleine zaadeters. De bewoners zijn Japanse meeuwen, Mexicaanse roodmussen, Sint Helenafazantjes, kleine cubavinkjes, roodkopamadines, zilverbekjes, bichenowastrildes, maskeramadines, roodkoppapegaaiamadines, turquoisineparkieten en chinese dwergkwartels.
Toen ik daar na twee jaar wegging en ik in Alphen aan den Rijn ging wonen op één hoog, zonder tuin, werd het vogelbestand drastisch ingekrompen en kwam er in de nieuwe woning een door mij ontworpen, en door mijn vader gebouwde mobiele volière in de woonkamer. Deze prachtige volière was 1,2 meter breed, 2 meter lang en 2 meter hoog. Er vlogen diverse tropen in rond en op de grond liepen drie kwartels. Van broeden was echter geen sprake, zelfs niet bij de Japanse meeuwen.
In 2007 volgde opnieuw een verhuizing, en dat bleek een verademing voor de vogels! Zodra ze weer buiten waren werd er aan één stuk door gebroed, en 2007 is qua broedresultaat nog altijd met grote voorsprong het beste broedjaar tot nu toe.
Na de derde verhuizing (2011), wat mij betreft ook de laatste voor een héél lange tijd, werd de huidige volière gebouwd. De eerste drie volières waren van hout, maar bij de laatste heb ik gekozen voor aluminium vanwege de duurzaamheid. Ook heb ik er een dubbele volière van gemaakt. Al bij mijn eerste volière ontstond de wens om ooit naast tropen ook vruchten- en insecteneters te gaan houden. Bij de bouw van de vierde volière had ik de mogelijkheid om dat te realiseren. Het linkerdeel van de volière is een rechthoek van ongeveer 1.75 meter bij 2,75 meter. Hier wonen de grotere insecteneters: sinds november 2012 zijn dat twee grijskaplijsters, twee mandarijnspreeuwen en twee driekleurglansspreeuwen. Op de grond wandelt een koppeltje Harlekijnkwartels. Omdat in de spreeuwen de neiging blijken te hebben om er met elkaar vandoor te gaan, en de soortgenoot zelfs op te jagen, heb ik in juni 2013 in de linkervolière een tussenschot geplaatst waardoor er een soort inpandige volière is ontstaan. Hierin zitten nu de driekleurglansspreeuwen. De grijskaplijsters, de mandarijnspreeuwen en de harlekijnkwartels delen de oorspronkelijke ruimte.
In de rechtervolière, een L-vormige volière van ongeveer 6 m2, zitten de kleine zaadeters. De bewoners zijn Japanse meeuwen, Mexicaanse roodmussen, Sint Helenafazantjes, kleine cubavinkjes, roodkopamadines, zilverbekjes, bichenowastrildes, maskeramadines, roodkoppapegaaiamadines, turquoisineparkieten en chinese dwergkwartels.
De vorige volière
De volière, bouwde ik in de zomer van 2007. De pergola, een overblijfsel van de vorige bewoner van ons huis, was de basis waar de volière aan vast werd gemaakt.
Uitgangspunten bij de bouw waren onder andere dat de volière van alle kanten te bekijken moest zijn, en dat er veel beplanting in moest komen. Uiteraard moest er een nachthok komen en een sluis.
In mei 2009 is de volière uitgebouwd. Aan de achterzijde lag een grasheuveltje die bedoeld was als zitplek om de volière te bekijken. Omdat er nooit iemand zat, en de heuvel alleen maar lastig was met maaien, heb ik de betonnen rand, die afscheiding vormde tussen de grasheuvel en de border, gebruikt als basis om een houten raamwerk op te monteren. Nadat dit was verbonden met de volière en alle delen van gaas waren voorzien, kon het gaas aan de achterkant van het oude volièredeel verwijderd worden, en hadden de vogels een behoorlijke ruimte erbij.
Uitgangspunten bij de bouw waren onder andere dat de volière van alle kanten te bekijken moest zijn, en dat er veel beplanting in moest komen. Uiteraard moest er een nachthok komen en een sluis.
In mei 2009 is de volière uitgebouwd. Aan de achterzijde lag een grasheuveltje die bedoeld was als zitplek om de volière te bekijken. Omdat er nooit iemand zat, en de heuvel alleen maar lastig was met maaien, heb ik de betonnen rand, die afscheiding vormde tussen de grasheuvel en de border, gebruikt als basis om een houten raamwerk op te monteren. Nadat dit was verbonden met de volière en alle delen van gaas waren voorzien, kon het gaas aan de achterkant van het oude volièredeel verwijderd worden, en hadden de vogels een behoorlijke ruimte erbij.
De koude winter van 2010
De koude winter van 2009-2010 leverde zowel hoogte- als dieptepunten op. Het absolute dieptepunt was de dag waarop ik in totaal negen vogels verloor, waaronder overigens twee jonge zebravinken die bij -12 graden waren geboren. Hoogtepunten waren de prachtige aanblik die de volière bood, en de vogels die zich opperbest vermaakten in de besneeuwde planten.