Buizerd (Buteo buteo)
Een lichte buizerd in de Oostvaardersplassen (FL), 20 augustus 2010.
Orde:
Roofvogels (Falconiformes)
Familie:
Sperwers (Accipitridae)
Lengte: 46-58 cm
De buizerd is de meest algemene roofvogel van Nederland. Hij komt voor in alle provincies en is betrekkelijk eenvoudig waar te nemen.
Buizerds leven in diverse landschapstypen. Ze gebruiken onder andere wegbermen voor de jacht. Vanaf een paaltje, een hek of een andere zitplek op 1 tot 3 meter hoogte speurt hij naar muizen, verzwakte vogels of andere hapjes. Wegbermen zijn plekken waar relatief veel muizen huizen, maar waar ook aangereden dieren te vinden zijn. De buizerd, als alleseter (dus ook aas), komt rond snelwegen dus goed aan zijn trekken. Er kleeft echter ook een nadeel aan, want juist daardoor komen er ook relatief veel buizerds om in het verkeer.
De buizerd is één van de beste voorbeelden van biologische efficiëntie.
Hij is bepaald geen voedselspecialist, maar heeft juist een breed scala aan prooien. Dit is om meerdere redenen efficiënt. Het voortbestaan van een soort is veiliger bij een alleseter dan bij een spcialist. Als bij de laatste de bron opdroogt bedreigt dat direct de soort. Alleseters schakelen eenvoudig over op ander voedsel.
Ook voor de individuele vogel kan een alleseter in het voordeel zijn. Ze hoeven vaak niet moeilijk te doen, omdat het makkelijker kan. Waarom zou je als buizerd alleen jagen op kleine muisjes, als er in jouw omgeving veel jonge konijntjes rondhupsen?
Ook qua energieverbruik brengt de buizerd het er goed vanaf. Er zijn niet veel roofvogels die zo veelvuldig als de buizerd standjacht toepassen. Daarnaast maakt de buizerd, zoals veel andere roofvogels, gebruik van thermiek om het luchtruim te kiezen. De buizerd zweeft met gespreide vleugels omhoog op een stroom van warme, opstijgende lucht. Omdat hij hiervoor niet met de vleugels hoeft te fladderen, verbruikt hij nauwelijks energie.
Roofvogels (Falconiformes)
Familie:
Sperwers (Accipitridae)
Lengte: 46-58 cm
De buizerd is de meest algemene roofvogel van Nederland. Hij komt voor in alle provincies en is betrekkelijk eenvoudig waar te nemen.
Buizerds leven in diverse landschapstypen. Ze gebruiken onder andere wegbermen voor de jacht. Vanaf een paaltje, een hek of een andere zitplek op 1 tot 3 meter hoogte speurt hij naar muizen, verzwakte vogels of andere hapjes. Wegbermen zijn plekken waar relatief veel muizen huizen, maar waar ook aangereden dieren te vinden zijn. De buizerd, als alleseter (dus ook aas), komt rond snelwegen dus goed aan zijn trekken. Er kleeft echter ook een nadeel aan, want juist daardoor komen er ook relatief veel buizerds om in het verkeer.
De buizerd is één van de beste voorbeelden van biologische efficiëntie.
Hij is bepaald geen voedselspecialist, maar heeft juist een breed scala aan prooien. Dit is om meerdere redenen efficiënt. Het voortbestaan van een soort is veiliger bij een alleseter dan bij een spcialist. Als bij de laatste de bron opdroogt bedreigt dat direct de soort. Alleseters schakelen eenvoudig over op ander voedsel.
Ook voor de individuele vogel kan een alleseter in het voordeel zijn. Ze hoeven vaak niet moeilijk te doen, omdat het makkelijker kan. Waarom zou je als buizerd alleen jagen op kleine muisjes, als er in jouw omgeving veel jonge konijntjes rondhupsen?
Ook qua energieverbruik brengt de buizerd het er goed vanaf. Er zijn niet veel roofvogels die zo veelvuldig als de buizerd standjacht toepassen. Daarnaast maakt de buizerd, zoals veel andere roofvogels, gebruik van thermiek om het luchtruim te kiezen. De buizerd zweeft met gespreide vleugels omhoog op een stroom van warme, opstijgende lucht. Omdat hij hiervoor niet met de vleugels hoeft te fladderen, verbruikt hij nauwelijks energie.