Drieteenstrandloper (Calidris alba)
Rustende drieteenstrandlopers op het strand van Schiermonnikoog (FR), 22 oktober 2010.
Orde:
Pleviervogels Charadriiformes)
Familie:
Strandlopers (Scolopacidae)
Lengte: 18-21 cm
Drieteenstrandlopers zijn fascinerende vogeltjes om naar te kijken. In Nederland zijn ze in de winter te vinden langs de stranden, waar ze fourageren op aangespoelde diertjes. Ze rennen met trippelende pootjes langs de vloedlijn of op eerder drooggevallen stukken strand. Bij stevige wind hangen ze daarbij ook nog eens helemaal tegen de wind in. Ze zijn zeer actief en explosief in hun bewegingen. Ze kunnen heel energiek staan te klungelen met een krabbepootje of een hoopje ongedefinieerde drab, om dan ineens, zonder op gang te hoeven komen, weg te rennen. Dat doen ze met korte, snel rennende stapjes, waarbij ze rechtuit lopen, lange bochten maken of plotseling van richting veranderen zonder aan snelheid in te boeten. Vanuit het niets kunnen ze stilstaan bij iets eetbaars. De uidrukking 'het is hollen of stilstaan' heeft ongetwijfeld haar intrede in de taalwereld gedaan tijdens de observatie van fouragerende drieteenstrandlopertjes.
Omdat ze, net als enkele andere Calidris-soorten, opmerkelijk tam zijn, is dit gedrag vrij goed van nabij te volgen. Daarvoor moet je op het zandstrand zijn, want in het binnenland komen ze zelden of nooit. Ook op moddervlakten en in inlagen komen ze minder vaak.
Qua uiterlijk lijkt de drieteenstrandloper op de kleine strandloper. De drieteenstrandloper is een stukje groter, en mist (voor zover dat op enig moment te zien is) de achterteen.
Pleviervogels Charadriiformes)
Familie:
Strandlopers (Scolopacidae)
Lengte: 18-21 cm
Drieteenstrandlopers zijn fascinerende vogeltjes om naar te kijken. In Nederland zijn ze in de winter te vinden langs de stranden, waar ze fourageren op aangespoelde diertjes. Ze rennen met trippelende pootjes langs de vloedlijn of op eerder drooggevallen stukken strand. Bij stevige wind hangen ze daarbij ook nog eens helemaal tegen de wind in. Ze zijn zeer actief en explosief in hun bewegingen. Ze kunnen heel energiek staan te klungelen met een krabbepootje of een hoopje ongedefinieerde drab, om dan ineens, zonder op gang te hoeven komen, weg te rennen. Dat doen ze met korte, snel rennende stapjes, waarbij ze rechtuit lopen, lange bochten maken of plotseling van richting veranderen zonder aan snelheid in te boeten. Vanuit het niets kunnen ze stilstaan bij iets eetbaars. De uidrukking 'het is hollen of stilstaan' heeft ongetwijfeld haar intrede in de taalwereld gedaan tijdens de observatie van fouragerende drieteenstrandlopertjes.
Omdat ze, net als enkele andere Calidris-soorten, opmerkelijk tam zijn, is dit gedrag vrij goed van nabij te volgen. Daarvoor moet je op het zandstrand zijn, want in het binnenland komen ze zelden of nooit. Ook op moddervlakten en in inlagen komen ze minder vaak.
Qua uiterlijk lijkt de drieteenstrandloper op de kleine strandloper. De drieteenstrandloper is een stukje groter, en mist (voor zover dat op enig moment te zien is) de achterteen.