Grasmus (Sylvia communis)
De grasmus zingt vanuit de top van een struik. Meijendel, Wassenaar (ZH), 13 juni 2011.
Orde:
Zangvogels (Passeriformes)
Familie:
Zangers (Sylviidae)
Lengte: 13-15 cm
De grasmus is een zomergast, die in Afrika overwintert ten zuiden van de Sahara. Grasmussen zingen vaak, meestal vanuit de top van een struik of een lage boom. Nesten worden laag in dichte doornstruiken gebouwd, op minder dan een meter hoogte. Ze zijn niet erg schuw.
Het is in Nederland een vrij algemene soort, die zich voor het grootste deel echter in de oostelijke helft van het land bevindt. In de westelijke helft is de dichtheid laag, met uizondering van Zeeland, Noord-Brabant, de Wadden en enkele duingebieden in Noord en Zuid-Holland. De grasmus lijkt op enkele van zijn familieleden, waarvan in Nederland alleen de braamsluiper voorkomt. Andere gelijkende soorten zijn op zijn best zeer zeldzame dwaalgasten, zoals de kleine zwartkop. De kleur van het oog, de snavel en de poten zijn echter voldoende om de grasmus van welke andere soort dan ook te onderscheiden.
Zangvogels (Passeriformes)
Familie:
Zangers (Sylviidae)
Lengte: 13-15 cm
De grasmus is een zomergast, die in Afrika overwintert ten zuiden van de Sahara. Grasmussen zingen vaak, meestal vanuit de top van een struik of een lage boom. Nesten worden laag in dichte doornstruiken gebouwd, op minder dan een meter hoogte. Ze zijn niet erg schuw.
Het is in Nederland een vrij algemene soort, die zich voor het grootste deel echter in de oostelijke helft van het land bevindt. In de westelijke helft is de dichtheid laag, met uizondering van Zeeland, Noord-Brabant, de Wadden en enkele duingebieden in Noord en Zuid-Holland. De grasmus lijkt op enkele van zijn familieleden, waarvan in Nederland alleen de braamsluiper voorkomt. Andere gelijkende soorten zijn op zijn best zeer zeldzame dwaalgasten, zoals de kleine zwartkop. De kleur van het oog, de snavel en de poten zijn echter voldoende om de grasmus van welke andere soort dan ook te onderscheiden.