Grote zaagbek (mergus merganser)
Grote zaagbek-vrouw op het Hoefijzermeer bij Castricum (NH), 17 december 2011
Orde:
Eendvogels (Anseriformes)
Familie:
Eenden (Anatidae)
Lengte: 58-68 cm
Grote zaagbekken broeden in het noorden van Europa en in de Alpen in holen in oude bomen, maar ook in nestkasten. Ze trekken 's winters naar open (meestal zoet) water, waaronder in Nederland, en zijn dan vaak in groepjes te vinden.
Zaagbekken hebben een kenmerkende gekartelde platte snavel. Ze jagen op vis door uit het water op te springen en dan onder te duiken.
Verwarring met de middelste zaagbek is begrijpelijk, want beide soorten lijken op elkaar. De grote zaagbek is echter... groter (hoe verrassend...), en heeft een dikkere, met de punt omlaag wijzende snavel (tegen een dunne, licht omhoog gebogen snavel bij de middelste zaagbek).
Het mannetje is van onderen wit, met een zwart-witte tekening op de rug en de veren. De middelste zaagbek heeft heeft een bruine borst met zwarte vlekken of strepen, en een heel fijn grijsgestreepte buik. De kop is zwart, zonder kuif. terwijl de man van de middelste zaagbek wél een kuif heeft.
Het vrouwtje is grijs met een licht geschubd patroon en heeft een roodbruine kop met een wittte keelvlek. Ook heeft ze een kuif op de kruin die stemming-afhankelijk gemodelleerd wordt. Ze heeft een scherp begrensde overgang tussen de roodbruine kop en de bruinwitte borst. De kuif is gelijkmatiger dan die van een middelste zagbek-vrouw.
Eendvogels (Anseriformes)
Familie:
Eenden (Anatidae)
Lengte: 58-68 cm
Grote zaagbekken broeden in het noorden van Europa en in de Alpen in holen in oude bomen, maar ook in nestkasten. Ze trekken 's winters naar open (meestal zoet) water, waaronder in Nederland, en zijn dan vaak in groepjes te vinden.
Zaagbekken hebben een kenmerkende gekartelde platte snavel. Ze jagen op vis door uit het water op te springen en dan onder te duiken.
Verwarring met de middelste zaagbek is begrijpelijk, want beide soorten lijken op elkaar. De grote zaagbek is echter... groter (hoe verrassend...), en heeft een dikkere, met de punt omlaag wijzende snavel (tegen een dunne, licht omhoog gebogen snavel bij de middelste zaagbek).
Het mannetje is van onderen wit, met een zwart-witte tekening op de rug en de veren. De middelste zaagbek heeft heeft een bruine borst met zwarte vlekken of strepen, en een heel fijn grijsgestreepte buik. De kop is zwart, zonder kuif. terwijl de man van de middelste zaagbek wél een kuif heeft.
Het vrouwtje is grijs met een licht geschubd patroon en heeft een roodbruine kop met een wittte keelvlek. Ook heeft ze een kuif op de kruin die stemming-afhankelijk gemodelleerd wordt. Ze heeft een scherp begrensde overgang tussen de roodbruine kop en de bruinwitte borst. De kuif is gelijkmatiger dan die van een middelste zagbek-vrouw.