Steenloper (Arenaria interpres)
Een steenloper op de IJmuidense Noorderpier (NH), 24 september 2011.
Orde:
Pleviervogels (Charadriiformes)
Familie:
Strandlopers (Scolopacidae)
Lengte: 21-24 cm
Steenlopers zijn 's winters heel algemene vogels langs de Nederlandse kust. Ze scharrelen rond op en tussen stenen, keien en basaltblokken van pieren, zeedijken en dammen. Soms zijn ze in de zone direct achter de kuststrook ook wel te vinden op grintstroken langs het water, op laagbegroeide delen in moerassige gebieden of, een enkele keer, in natte weilanden. Waar steenlopers zijn, kan je vaak ook wel andere strandlopers of plevieren aantreffen. Vaak vormen de steenlopers dan echter een eigen groep die onafhankelijk functioneert en waarbij andere vogels zich niet aansluiten. Uitzondering hierop vormen paarse strandlopers, die in elk geval gedeeltelijk in een groep steenlopers lijken te kunnen integreren.
Als één van de weinige strandlopers is de de steenloper niet direct aan het water gebonden voor zijn voedsel. Hij zoekt het juist tussen de rotsen en stenen die hij met zijn snavel omkeert. Daarom is het des te meer opmerkelijk dat de leefgebieden juist heel sterk aan zout water gebonden zijn. Zowel in de zomer als de winter leven steenlopers grotendeels pal aan de zee. Alleen op trek nemen Scandinavische en Russische steenlopers routes over het vasteland van Europa, waarbij ze zo goed als pal zuidelijk, zonder omwegen koers zetten naar Afrika. De vogels die in Nederland overwinteren hebben hun broedgebieden in Groenland en Canada.
Pleviervogels (Charadriiformes)
Familie:
Strandlopers (Scolopacidae)
Lengte: 21-24 cm
Steenlopers zijn 's winters heel algemene vogels langs de Nederlandse kust. Ze scharrelen rond op en tussen stenen, keien en basaltblokken van pieren, zeedijken en dammen. Soms zijn ze in de zone direct achter de kuststrook ook wel te vinden op grintstroken langs het water, op laagbegroeide delen in moerassige gebieden of, een enkele keer, in natte weilanden. Waar steenlopers zijn, kan je vaak ook wel andere strandlopers of plevieren aantreffen. Vaak vormen de steenlopers dan echter een eigen groep die onafhankelijk functioneert en waarbij andere vogels zich niet aansluiten. Uitzondering hierop vormen paarse strandlopers, die in elk geval gedeeltelijk in een groep steenlopers lijken te kunnen integreren.
Als één van de weinige strandlopers is de de steenloper niet direct aan het water gebonden voor zijn voedsel. Hij zoekt het juist tussen de rotsen en stenen die hij met zijn snavel omkeert. Daarom is het des te meer opmerkelijk dat de leefgebieden juist heel sterk aan zout water gebonden zijn. Zowel in de zomer als de winter leven steenlopers grotendeels pal aan de zee. Alleen op trek nemen Scandinavische en Russische steenlopers routes over het vasteland van Europa, waarbij ze zo goed als pal zuidelijk, zonder omwegen koers zetten naar Afrika. De vogels die in Nederland overwinteren hebben hun broedgebieden in Groenland en Canada.