Zeekoet (Uria aalge)
Een zeekoet in winterkleed bij de Zuidpier van IJmuiden (NH), 17 november 2012.
Orde:
Pleviervogels (Charadriiformes)
Familie: Alken (Alcidae)
Lengte: 38-46 cm
Zeekoeten zijn vogels die in grote kolonies broeden (staande) op de smalle richels van rotskusten. Ze leggen één ei per keer, dat peervormig is zodat het niet kan wegrollen. In de winter worden zeekoeten voornamelijk gezien van oktober tot en met februari.
Zeekoeten zien er 's winters een beetje anders uit dan 's zomers. De onderzijde is in de zomer wit, net als een klein vlekje op de vleugel. Onder de vleugel, in het witte deel, zijn lichte bruine strepen zichtbaar. Voor de rest is een zomerse zeekoet donkergrijs tot zwart. Sommige vogels hebben een ring om het oog, met daaraan een witte streep die gekromd naar de oorstreek loopt. Dat geeft een effect alsof de vogel een bril op heeft.
In de winter is er op de kop en de borst veel meer wit te zien, en de strepen op de flank zijn veel contrastrijker dan 's winters.
Pleviervogels (Charadriiformes)
Familie: Alken (Alcidae)
Lengte: 38-46 cm
Zeekoeten zijn vogels die in grote kolonies broeden (staande) op de smalle richels van rotskusten. Ze leggen één ei per keer, dat peervormig is zodat het niet kan wegrollen. In de winter worden zeekoeten voornamelijk gezien van oktober tot en met februari.
Zeekoeten zien er 's winters een beetje anders uit dan 's zomers. De onderzijde is in de zomer wit, net als een klein vlekje op de vleugel. Onder de vleugel, in het witte deel, zijn lichte bruine strepen zichtbaar. Voor de rest is een zomerse zeekoet donkergrijs tot zwart. Sommige vogels hebben een ring om het oog, met daaraan een witte streep die gekromd naar de oorstreek loopt. Dat geeft een effect alsof de vogel een bril op heeft.
In de winter is er op de kop en de borst veel meer wit te zien, en de strepen op de flank zijn veel contrastrijker dan 's winters.